Mede naar aanleiding van dit artikel is een factsheet opgesteld met voorbeelden wat nu wel en niet onder de Wkb valt. De factsheet is te downloaden via deze link.
Panden in vooral de binnenstad van Amsterdam hebben zulke steile trappen dat die zeker niet voldoen aan de eisen van het huidige Bouwbesluit. Maar, als je er bij een renovatie wel een moderne trap in zet, verlies je de helft van de ruimte in de woningen. ‘Dus’, zegt Lindy van der Heijden-Egberts, kwaliteitsmanager bij woningcorporatie Ymere, ‘laten we de trappen het liefst zo en verven we ze mooi op.’ Hoe gaat dat dan straks als renovaties ook onder de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb) vallen en de trappen echt vervangen moeten worden? ‘Dat is voor ons nog een groot grijs gebied’, merkt Lindy. ‘Het is voor ons nog onduidelijk op welke onderdelen en ingrepen een kwaliteitsborger al dan niet een verklaring moet afgeven. Ik krijg hier nog geen helder antwoord op en lees verschillende inzichten.’
Ymere, een grote woningcorporatie met ruim 69.000 huurwoningen, werkt al een jaar of tien nauw samen met bouwbedrijven aan bouwkwaliteit. Dit is mede het gevolg van de keuze om een langdurige verbintenis aan te gaan met een aantal aannemers, zowel voor nieuwbouw als voor renovatie. Ymere noemt hen de ‘co-makers’. Niet alleen kan Ymere er zo op vertrouwen dat de aannemers altijd capaciteit hebben om opdrachten uit te voeren, maar ook zijn de aannemers verzekerd van opdrachten als er bouwschaarste is. De verbintenissen worden jaarlijks geëvalueerd. Lindy: ‘Onlangs hebben wij afscheid genomen van een van de bouwbedrijven, omdat de samenwerking niet de kwaliteit opleverde die we eisen.’
Binnen die langdurige samenwerking kan Ymere ook afspraken maken over de vereiste bouwkwaliteit. De aannemers bewaken die zelf. Deze werkwijze lijkt dan ook veel op de systematiek van de Wkb. Lindy: ‘De Wkb sluit goed aan op de kwaliteitscontrole die wij al nastreven. In de nabije toekomst zullen onze co-makers waarschijnlijk – zijn we nog niet definitief over uit – hun eigen kwaliteitsborgers gaan kiezen. We moeten over de verdeling van de kosten nog afspraken maken. Zo weten we nog niet voor wat voor projecten we geen of weinig legeskosten doorberekend krijgen.’
Wel of niet kwaliteitsborger?
De week voor dit interview had Lindy een gesprek met een gemeente over een beginnend pilotproject en stelde ze de vraag: ‘Zou dit project straks na 1-7-2022 met een kwaliteitsborger uitgevoerd moeten worden en waarom?’ Het antwoord was dat alle grote renovatieprojecten met een kwaliteitsborger moeten worden uitgevoerd. Dit terwijl bijvoorbeeld het vervangen van kozijnen straks niet onder kwaliteitsborging valt. Lindy: ‘De kwaliteitsborger vroeg voor de toets van het plan wel een nieuwe daglichtberekening omdat de kozijnen worden vervangen en we minimaal gelijkwaardigheid moesten aantonen met de oude situatie.’
Welk artikel zegt nu welke ingrepen bij renovatie onder kwaliteitsborging vallen en daarmee meldingsplichtig zijn? In Lindy’s ogen zou dit voor iedereen nog wel wat duidelijker gemaakt kunnen worden. Nieuwbouw en uitbouw worden te veel als uitgangspunt genomen.
Latere inwerkingtreding
Dat brengt ons op het verplaatsen van de invoeringsdatum met een half jaar van de inwerkingtreding van de Omgevingswet, waar de Wkb onderdeel van uitmaakt. Voor de werkwijze van Ymere maakt dat weinig uit, al gaat veel tijd zitten in de ‘als-dan-scenario’s’ die steeds moeten worden gehanteerd als het proces in ‘Den Haag’ vertraging oploopt.
Lindy vindt het uitstel wel schadelijk voor de motivatie van betrokkenen. ‘Bovendien’, zegt ze, ‘worden degenen gestraft die zich volop inspannen om zich de werking van de Wkb eigen te maken. Wie tot nu toe afwacht, wordt daarentegen juist beloond.’ Ook vindt ze dat er nog oplossingen moeten komen voor situaties waarin een kwaliteitsborger geen verklaring kan afgeven voor (onderdelen van) een nieuwbouwproject, bijvoorbeeld bij casco opleveren. ‘Je zou daar wat flexibeler in moeten worden. Want wat als er een “nee” uitrolt? Kun je dan als bewoner bijvoorbeeld al wel je woning verzekeren? Dat soort vragen moet de komende tijd nog in de praktijk worden beantwoord.’