Nu starten met ervaringsprojecten met bouwen volgens de Wkb is geen luxe, maar noodzaak. In de eerste plaats voor bouwbedrijven. Want hun aansprakelijkheid en bewijslast zijn onomkeerbaar. En in sommige gevallen al super actueel. Want wie nu gaat bouwen aan een project dat na 1 januari 2021 (Red: 1 juli 2022) wordt opgeleverd, valt al onder de regelgeving van de Wkb. En moet dus straks kunnen aantonen goed werk te hebben geleverd. Ook al was dat werk in 2019…
Branche- en bestuursprominenten
Dat bleek in de Fons van der Poel-zaal van perscentrum Nieuwspoort waar op maandag 4 november zo’n 60 belangstellenden, betrokkenen en brancheprominenten uit en rond de bouw samenkwamen. Een initiatief van de KiKCampus, het platform dat de bouwkolom terzijde staat bij het implementeren van bouwen volgens de Wkb. Zij wisselden ervaringen uit met elkaar, maar ook met een panel dat bestond uit Chris Kuijpers, de directeur-generaal Bestuur, Ruimte en Wonen (BZK), Jaco Uittenbogaard, directeur AFNL-NOA, Titia Siertsema, voorzitter NVTB & implementatiemanager Wkb en Albert Vermuë, directeur leefomgeving bij VNG en Else Poortvliet, voorzitter van Vereniging BWT Nederland.
Ervaringstrajecten Wkb: deelname urgent
Het werd een levendige en geïnspireerde bijeenkomst, geleid door moderator Stefan Wijers. Frank de Groot, hoofdredacteur Bouwkwaliteit in de Praktijk schetste eerst een beeld van de Wkb. Vervolgens ging Else Poortvliet, kersverse voorzitter Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland, in op de gevolgen voor gemeenten. “Er komt een accentverschuiving voor BWT van toetsing op bouwregelgeving, naar handhaving op gebruik. Denk aan ondermijning, huisjesmelkers, woonoverlast en brandveiligheid. Daarnaast blijven we plannen toetsen aan welstand, bestemmingsplannen en omgevingsveiligheid. Er is dus nog best veel te doen.”
Tijdens de bijeenkomst werd de urgentie van ‘wennen aan de Wkb’ nog eens onderstreept. “De Wkb is aangenomen en komt er ook”, zoals Chris Kuijpers het formuleerde. Oftewel: de tijd van afwachten en zien wat er van komt is voorbij. Des te meer prangt het dat de deelname vanuit met name de bouwsector aan de Koplopertrajecten en anderen proefprojecten nog pas in de kinderschoenen staat. Over dat inzicht bestond brede consensus.
Conform de Wkb bouwen gaat niet zomaar
“De bouw zou zichzelf een plezier doen door nú te starten met te wennen aan de nieuwe situatie,” stelde Titia Siertsema, “door nu ook te schakelen op de consequenties van de Wkb, de aanstaande bewijslast en aansprakelijkheid. Die laatste twee zijn eigenlijk alleen te managen door te werken met een toegelaten kwaliteitsborgingsinstrument in het kader van de Wkb. En dat gaat niet zomaar, want die materie moet je je eigen maken, er ervaring mee opdoen – en vervolgens deze werkwijze in de eigen bedrijfsvoering implementeren. Bouwers die daar te laat mee starten, kunnen straks voor minder aangename verrassingen komen te staan.”
Oefenen met de Wkb
Jacco Uittenbogaard, de directeur van AFNL-NOA was het daar helemaal mee eens. “Wij roepen bouwers die zijn aangesloten bij onze federatie dan ook op om mee te doen aan de zogenoemde Koploper-projecten van het ministerie van BZK. Oefenen met de Wkb, oefenen met kwaliteitsborging – anders mis je de boot en kun je straks misschien niet aan de wetgeving voldoen. Het is jammer dat nog niet iedereen in de sector deze urgentie onderkent.”
“Daar komt dit nog bij,” merkte KOMO-voorzitter Henry Meijdam op, “door mee te doen aan Wkb-ervaringsprojecten kun je als bouwbedrijf samen met partners in de bouwkolom, nu nog invloed uitoefenen op hoe kwaliteitsborging conform de Wkb in de praktijk zal gebeuren. Straks kan dat niet meer. Dan is er sprake van voldongen feiten en moet je je volledig voegen naar wat anderen voor jou hebben uitgestippeld.”
De KiKCampus begeleidt u als bouwbedrijf naar deelname aan de Wkb-proefprojecten (Koplopertrajecten). Ook adviseert de KiKCampus u graag bij de implementatie van een toegelaten kwaliteitsborgingsinstrument in het kader van de Wkb. Bezoek: www.kik-campus.nl