Bron: Bouwend Nederland - R. (Ruben) Heezen - 15 augustus 2018
Eind juni heeft minister Ollongren de Eerste Kamer in een brief op de hoogte gebracht van de stand van de zaken van de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen. De minister is voornemens om de Wet Kwaliteitsborging gelijk met de nieuwe Omgevingswet in te laten gaan, de beoogde invoeringsdatum is halverwege 2021 [red: 1 januari 2022] , en adviseert de Eerste Kamer de behandeling van de Wet voort te zetten.
De Eerste Kamer wil echter eerst een ingelast debat in de Tweede Kamer afwachten, alvorens de wet inhoudelijk te behandelen. Ook heeft de minister aangegeven meer pilotprojecten te willen doen. Ollongren wil tevens afspraken maken met de VNG, over de bevoegdheidsverdeling tussen het ‘bevoegd gezag’ en de kwaliteitsborgers.
Kwaliteit moet lonen
Bouwend Nederland heeft altijd een wet bepleit die enerzijds bouwkwaliteit een impuls geeft, maar die anderzijds geen verdere juridisering of kostenverhoging in de hand werkt. Het doel moet zijn om tot een systeem te komen dat het leveren van kwaliteit beloont, zodat bouwbedrijven zich meer dan nu positief kunnen onderscheiden. Helaas denken we dat het huidige voorstel dat niet zal realiseren.
Vervolg
Wanneer de wet wordt aangenomen, dan stellen we stapsgewijze invoering voor. De wet Kwaliteitsborging voor het bouwen is immers een ingrijpende wijziging. Als de Eerste Kamer besluit de wet op deze manier niet in te laten gaan, dan zal Bouwend Nederland in overleg met leden en stakeholders aan de slag gaan om te zorgen dat de bouw- en infrasector meer kwaliteit kan leveren tegen geringere kosten.
Indien er wordt besloten om deze wet inderdaad gelijk met de Omgevingswet in te laten gaan, zal Bouwend Nederland de leden hierop voorbereiden door onder andere voorlichtingsbijeenkomsten te organiseren.
‘… een systeem dat het leveren van kwaliteit beloont …’? Is kwaliteit niet iets waar gewoon voor betaald wordt en (zeker met het Bouwbesluit als basis) gewoon verwacht mag worden?
Het Bouwbesluit zijn de minimale eisen. Vooral in de verbouw en bestaande bouw zijn deze minimale eisen onder de grens van wat men tegenwoordig als particuliere eigenaar wenst aan wooncomfort en veiligheid. Net als dat vergunning-vrij mogen bouwen gebruikt wordt als verkooppraatje terwijl het veelal mogelijk is om met een omgevingsvergunning echt een aanbouw van jouw dromen te maken. Vergunningsvrij is het minste kans op toezicht door de gemeente.
Belangrijk is dat de overheid niet alleen over de juridische kant van de Wet Kwaliteitsborging uitwerkt maar dat ook de benodigde landelijke certificering-infra reeds wordt opgestart zodat half 2021 daadwerkelijk private toezichthouders beschikbaar zijn. Ik vermoed dat het een beter idee is om de certificering centraal landelijk te registreren maar dat de implementatie bij de Gemeentes wordt uitgevoerd, waar ook handhavingsbevoegdheid ligt. En voorkomen moet worden dat grote bouwadviseurs van Nederland een beeld schetsen van dat het beroep van private-toezichthouder super ingewikkeld is. Met een goede nieuwe afstudeerrichting MBO-bouw waar wordt aangeleerd dat een private toezichthouden gebruik moet maken van contracten met constructeurs en andere expertises zal het een boost zijn voor werkgelegenheid als private toezichthouder. Aansluitend moeten gemeentes deze nieuwe private toezichthouders ondersteunen met gemeentelijke bouwinspecteurs van adequaat niveau. Beste klant; Wilt u de dure optie dat wij alleen toezien op voldoen aan het bouwbesluit vanwege het aanvullen van gebrekkig toezicht op eigen kwaliteit van de door u gekozen aannemer?, of wilt u de goedkope optie met een aannemer waar weinig toevoeging aan het as-build dossier nodig is vanwege het goede toezicht op eigen kwaliteit?
De kosten voor inhuur van een private toezichthouder moet in balans zijn met de mate van toezicht op eigen kwaliteit van een aannemer. Hierdoor worden de aannemers die nu al veel aandacht aan eigen kwaliteit geven het snelste beloond.