Verschillende aannemers, adviseurs en opdrachtgevers hebben aangegeven om – ondanks uitstel van de Wkb – door te willen gaan met kwaliteitsborging. Ook als gemeente is het mogelijk om aan pilotprojecten mee te doen en zo alvast kennis te maken met de kwaliteitsborging die bedrijven zelf organiseren. U kunt daarbij als gemeente zelf de spelregels bepalen, waarbij er wel enkele – juridische – randvoorwaarden gelden. Voorkomen moet worden dat – door bijvoorbeeld een klacht van een boze buurman – een vergunning uiteindelijk vernietigd zou worden bij de rechter. Het is daarom van belang dat een aanvrager daadwerkelijk aannemelijk maakt dat aan de voorschriften wordt voldaan. Dat kan prima op basis van de informatie die de aanvrager en/of zijn kwaliteitsborger u levert. De belangrijkste aandachtspunten daarbij zijn:
- Het bevoegd gezag verleend vergunning pas indien het naar zijn mening aannemelijk is dat aan de voorschriften wordt voldaan. U moet dus wel het hele plan beoordelen. U heeft daarbij wel de ruimte om te variëren in intensiteit van de toetsing. Werkt u bijvoorbeeld met een toetsprotocol dan kunt u de aangeleverde rapportage van de kwaliteitsborger beoordelen op het laagste toetsniveau.
- Het al dan niet ‘aannemelijk zijn’ is gebaseerd op door de aanvrager aangeleverde gegevens en bescheiden. U mag een kwaliteitsborger of opdrachtgever niet op zijn of haar blauwe ogen geloven. Dus naast een toetsrapportage moet een complete set gegevens en bescheiden worden overlegd. Dat kan natuurlijk eerst op hoofdlijn en vervolgens – op basis van 2.7 Mor – meer in detail direct voor of tijdens de bouw.
Meer informatie over de aannemelijkheidstoets leest u in het memo Reikwijdte-aannemelijkheidstoets: nu al starten met pilots.