Op 1 juni jl. is in Twello de eerste woning onder kwaliteitsborging opgeleverd. De gemeente Voorst heeft een evaluatie geschreven van dat project. Belangrijkste bevindingen van de gemeente zijn:
- Voorst ziet een risico in een ‘modulair systeem’. Bedoeld wordt dat als de kwaliteitsborger te veel werkzaamheden aan de aannemer overlaat, de kosten dan weliswaar laag zijn, maar dat het toezicht dan mogelijk te kort schiet.
- Voorste constateert dat bepaalde aspecten die niet voldoen aan het Bouwbesluit – beperkte afwijkingen, zoals plafondhoogte e.d. – in overleg tussen opdrachtgever van de bouw en kwaliteitsborger worden geaccepteerd. Ook in het huidige stelsel gebeurt dit, maar dan in overleg met de gemeente. Naar de mening van Voorst is het niet wenselijk dat dit door private partijen wordt bepaald. Overigens staan zowel het Bouwbesluit als de Wkb beide handelswijzen niet toe…
- Voorste twijfelt aan de handhavingsmogelijkheden en -bereidheid van de gemeente. Hierbij speelt mee dat het handhaven op aangeven van een kwaliteitsborger voor de gemeente mogelijk een financieel risico met zich meebrengt.
- Een analyse van de kosten versus de voor de gemeente wegvallende werkzaamheden laat zien dat er in Voorst ca. €500,- aan legesverlaging voor deze ene woning mogelijk is. Indien de kwaliteitsborging duurder is, wat in deze pilot het geval was, dan wordt het dus duurder voor de klant.
Gevraagd naar zijn ervaring met de private kwaliteitsborging geeft de nieuwe eigenaar van de woning aan weinig gemerkt te hebben van de kwaliteitsborging: “Voor de opdrachtgever gaat het erom, dat er een huis gebouwd wordt dat aan alle eisen voldoet, die de opdrachtgever maar ook de overheid heeft gesteld. Hoe dit tot stand komt, zou mij persoonlijk niet veel uitmaken. Als dit via een private weg gaat is dit prima, behalve als dit kostenverhogend zou werken.”. De opdrachtgever is gezien de grondprijs overigens van mening dat hij eigenlijk ‘een stuk service’ van de gemeente mag verwachten.
Al met al is Voorst van mening dat de pilot geslaagd te noemen is en leerzaam was voor alle partijen. Maar we zijn er nog niet: “Alle deelnemende partijen zijn het er over eens dat er nog veel moet gebeuren voordat dit een succes
kan worden.”.
Lees het evaluatierapport van de gemeente Voorst via deze link.
Toch maar op de valreep een reactie over mogelijk beperking van faalkosten. In de evaluatie ben ik zijdelings ingegaan de geleverde kwaliteit van de kwaliteitsborger. In onze mondelinge evaluatie kwamen we gezamenlijk tot de conclusie dat fouten gemaakt blijven worden. Zo ook in deze pilot. De herstelkosten die er ondanks alle goede zorgen waren, hebben we niet in beeld gebracht, is voor de pilot en deze wet ook niet zo interessant. De pilot ging daar ook niet over. Waar het wel over ging, is (beperkt) financieel inzichtelijk gemaakt, namelijk het proces en de kosten. Wat ik verbazingwekkender vind, is dat de faalkosten zo’n belangrijk thema zijn. Dat ga je namelijk nooit oplossen met een kwaliteitsborger. Doel van de wet is dat er beter afgedwongen kwaliteit wordt geleverd, die al vele jaren normaal had moeten zijn. Wat zijn faalkosten in de bouw? Verkeerd glas, afgeleverd materiaal met beschadigingen, transportschade aan wegen en groenstroken, veel te veel besteld materiaal wat weggegooid kan worden (of mee naar huis gaat) , materiaal op verkeerde tijdstippen op de bouw waardoor het beschadigen kan, verkeerde werpplanning, waardoor de schilder veel weer over kan doen, puincontainer met chemisch afval door elkaar en zo kan ik nog wel even doorgaan. Op die zaken let een private kwaliteitsborger niet (evenmin als een bwt-er dat deed). Als we eens een paar weken met een uitvoerder op pad zouden gaan, zien we wat faalkosten zijn. Alsof we nu met deze wet ineens de faalkosten moeten aanpakken. Bouwtoezicht is op kwaliteit als het gaat om regelgeving. OK, een verkeerd ventilatierooster pik je eruit, maar hoe vaak wordt die vervangen als alles er al in zit en geschilderd is. OK, prima een paar haarspelden erbij en de schilvloer kan gestort worden. OK de oplegging van een stalen balk kan beter, maar met wat laswerk en strippen blijft het blijkbaar ook al jaren hangen. OK, het plafond is te laag, maar dat zal geen wethouder van vinden dat daar de woning voor afgebroken moet worden. Dus laat faalkosten niet het item zijn waar het dan om zou moeten gaan, is een onzin argument. Dat ga je niet redden met deze wet.