Op de website van Blumstone Advocaten is vorige week de tweede in een reeks blogs over het nieuwe stelsel volgens de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) gepubliceerd (lees de blog hier). In de blog wordt ingegaan op de verschillende rollen die er in het nieuwe stelsel zijn voorzien.
Ottilie Laan stelt in de blog een aantal vragen waaruit blijkt dat met name de gevolgen voor private contracten nog onduidelijk zijn. Zo vraag Laan zich af wat er gebeurd als de kwaliteitsborger failliet gaat of zich terugtrekt (bouw moet worden stilgelegd in verband met strijdigheid met artikel 7ab (nieuw) Woningwet) en waar de taken van de instrumentbeheerder en de toelatingsorganisatie zijn beschrijven (uitwerking volgt bij AMvB).
Een belangrijkere vraag die naar voren komt als je de blog leest is wat nu de gevolgen zijn voor private contracten van de nieuwe figuur van Kwaliteitsborger (KB)? De KB wordt bij wet geïntroduceerd en heeft dus een rol in het publieke deel van het stelsel: de KB dient de verklaring aan te leveren bij oplevering aan de vergunninghouder. De vergunninghouder overlegt deze aan het bevoegd gezag. Daarmee houdt de rol op daar waar het de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen betreft. Maar hoe zit het me eventuele aansprakelijkheid bij een gebleken onjuiste verklaring? Het bevoegd gezag zal de KB hierop niet kunnen aanspreken. De toelatingsorganisatie en de instrumentbeheerder wel en bij herhaalde ernstige fouten zal de KB zijn ‘status’ kwijtraken in het publieke stelsel. Maar wat wordt de rol als het gaat over aansprakelijkheid in het private stelsel? Hoe gaan contracten er uit zien waarbij sprake is van een KB?
Het moge duidelijk zijn dat de Wkb de kwaliteitsborger geen aansprakelijkheid in de zin van het burgerlijk wetboek oplegt. Wel een taak en die taak moet goed worden uitgevoerd, anders kan de KB in een voorkomend geval natuurlijk wel aansprakelijk zijn. Hoe die taak een plek krijgt in de private aansprakelijkheid is hopelijk onderwerp van een volgende blog over dit onderwerp.